Wanneer gaan ze nu ontdekken dat ik dit eigenlijk helemaal niet zo goed kan?
Klinkt deze je al bekend in de oren? Wij horen het gaandeweg meer en meer in de praktijk.
En het heeft een naam: het imposter syndroom ofwel het oplichterssyndroom.
Maar wat is het eigenlijk?
Misschien heb je er al van gehoord of misschien ervaar je het zelf. Zo hard twijfelen aan jezelf, dat het je vastzet om dingen te ondernemen. Of misschien heb je al opgemerkt dat je het moeilijk vindt om met trots te kijken naar wat je allemaal doet en/of bereikt hebt.
Eigenlijk gaat het over dermate hoge twijfels over het eigen functioneren, je capaciteiten en eigen kwaliteiten.
Het maakt in se niet uit hoe goed je je werk beoefent en hoe hard je je best ervoor doet. Je onderschat voortdurend je eigen werk en mogelijkheden en er heerst een continue angst om uit je rol te vallen en ontmaskerd te worden. Needless to say, de lat ligt erg hoog bij deze imposters.
Onderzoek heeft bovendien aangetoond dat hoe hoger iemand is opgeleid of hoe meer diploma’s iemand heeft, hoe groter de kans is dat deze aan het imposter syndroom lijdt. Het komt vooral voor bij mensen die succes ervaren in hun carrière. Ze neigen naar perfectionisme, naar manieren om controle te beoefenen door zich bijvoorbeeld enorm goed voor te bereiden en extra hard te werken/overuren te presteren.
Zij houden het bovendien vaak veilig en gaan daarom niet ten volle hun potentieel benutten, aangezien men het gevoel heeft niet aan de verwachtingen van anderen te kunnen voldoen. Uiteraard zorgt dit ook voor stressklachten en/of uitstelgedrag en controle willen houden, en kan het je werkbeleving en worklife balance aantasten. Of men kiest voor een job die onder het niveau ligt, zodat de kans om door de mand te vallen veel kleiner wordt.
Eén van de redenen is mogelijk het beperkt zelfvertrouwen bij de mensen die er last van hebben. Daarnaast hebben zij vooral een grote externe locus of control, wat inhoudt dat men geluk en succes toeschrijft aan zaken buitenaf/buiten zichzelf en dus niet door hun eigen toedoen, zoals “oh maar dat kwam door de goede timing of dat was toevallig.” Hiermee creëren ze ongewild een onderwaardering van zichzelf en hun prestaties en blijft de angstgedachte “ik ga ooit door de mand vallen”, bestaan. Vaak durven ze bovendien moeilijker hulp te vragen en verwachten ze buitengewoon veel van zichzelf, reeds van in het begin.
Wat kan je er nu aan doen?
Het helpt alleszins om eens wat in te zoomen in de manier hoe je denkt en welke gedachten er durven in te sluipen die perfectionistisch gedrag in gang zetten.
Ook het onder de loep nemen van je kwaliteiten en je hierin verdiepen in een loopbaancoachingstraject, zijn een waardevolle manier om ermee aan de slag te gaan.
Daarnaast kan geregeld een compliment aan jezelf geven, een manier zijn om de imposter in jezelf de kop in te drukken.
Let op met vergelijken. En als je het dan toch doet, vergelijk dan geen appelen met peren, maar zet er een eerlijke en waardige kandidaat tegenover.
Internaliseer je succes en kijk er met trots op terug.
Oefen in leren met mildheid naar jezelf te kijken.